SCHEEPVAARTMUSEUM
AMSTERDAM

Na een restauratie is het zinvol het pand bij te houden, net zoals ieder ander huis. Bij een museum als het Scheepvaartmuseum was de grote vraag: hoe kunnen we onderhoud plegen, zonder dat de bezoeker daar last van heeft?

Koninklijke Woudenberg ontwikkelde technieken die inspelen op die vraag en die inzetbaar zijn, juist op bijzondere panden als het Scheepvaartmuseum, dat volledig in het water staat. Steigers om het pand bouwen zou betekenen dat er een damwand in het IJ geplaatst zou moeten worden om het water rondom te kunnen afpompen. Een tijdrovende en kostbare klus.

Koninklijke Woudenberg ontwikkelde een bijzondere constructie: de steigers zijn niet in het water geplaatst, maar hingen aan de gevel en steunden op de voetingen.

Het Scheepvaartmuseum

Het monumentale gebouw dateert uit 1656 en werd ontworpen door Daniël Stalpaert als pakhuis van de Admiraliteit van Amsterdam. In het pakhuis werden kanonnen, zeilen, vlaggen en scheepsuitrusting voor de oorlogsvloot opgeslagen. In de tongewelven onder de binnenplaats werd zo’n 40.000 liter regenwater opgevangen voor de drinkwatervoorziening van de schepen. Het Zeemagazijn was gebouwd op 2300 palen, maar desondanks ging het gebouw verzakken. Steunberen en extra risaliten moesten verdere verzakking of zelfs instorting voorkomen. In 1791 brandde het gebouw af, op de stenen muren na. In 1795 viel Napoleon Bonaparte het land binnen. De vijf Admiratliteiten werden opgeheven en het Zeemagazijn werd een pakhuis voor de marine. In 1973 werd het een museum.

Bijna onzichtbaar

Koninklijke Woudenberg had nog een andere slimme manier als het om steigers gaat. De steiger werd namelijk niet in één keer geplaatst, maar in onderdelen. Voordat er een steiger afgebroken werd, vond de oplevering plaats. Erg prettig voor zowel de opdrachtgever als de vakmensen; zo kon er tijdens het werk direct bijgestuurd worden als dat nodig was en hoefde dat niet op het laatste moment te gebeuren.

“Een ander bijkomend voordeel voor het museum was dat het niet maandenlang volledig in de steiger zou staan. Feesten en partijen konden gewoon doorgaan, zonder lelijke steigers in het zicht of heel minimaal. De gebruiker zo veel mogelijk ontzien en onzichtbaar werken, dat is wat wij doen,” aldus Karel Kalis (Koninklijke Woudenberg).

Tot slot ontwikkelden wij een bijzondere constructie voor het voegwerk. Zonder het IJ droog te leggen konden we vanaf het water voegen, tot 30cm onder het wateroppervlak! Damwanden en andere dure opties waren dus niet nodig. Werkzaamheden die wij verzorgden bij het Scheepvaartmuseum waren gevel- en houtrotherstel, schilder-, voeg- en stucwerk. Daarnaast werden de wapenschilden gerestaureerd en teruggebracht naar de oorspronkelijke kleuren.

Het doel van deze opdracht was voor Koninklijke Woudenberg niet alleen goed onderhoud plegen, maar ook de bezoekers zo ongestoord mogelijk het museum te laten bezoeken, of ze nu kwamen voor de collectie of een feest. De overlast hebben wij tot het minimum kunnen beperken. Zo kon de dynamiek van het museum blijven en werden de risico’s voor de collectie minimaal.